Back to work

Op maandag 3 oktober ben ik na zestien maanden terug aan het werk gegaan. Ik schreef een blogpost over hoe dat voelt en over hoe sterk taboes over psychische aandoeningen leven. Ik heb gezwoegd op die tekst, maar ik kreeg het nooit helemaal gezegd zoals ik het in gedachten heb. En het was al bij al misschien niet zo’n vrolijk verhaal. Delete dan maar.

De eerste werkdag dus. Een dag die ik niet bepaald onbevreesd tegemoet ging. Dat mijn slaapkwaliteit ernstig de dieperik in ging de maand vooraf, zegt veel over hoe bang ik was. Ik voel me duizend keer beter dan ooit tevoren, maar ik ben als de dood voor de impact van werken/routine/drukte en de bijhorende onvoorziene omstandigheden. Ik was quasi angstvrij, dankzij medicatie en een geheel voorspelbaar en prikkelvrij leven. Ik kon weer onder de mensen komen én gaan eten én concerten bijwonen én reizen zonder dat het angstzweet me uitbrak. Easy peasy natuurlijk als je zelf de agenda bepaalt. De grootste uitdaging staat me nu te wachten: alles wat ik heb geleerd (en nog dagelijks leer) toepassen in dat échte leven van hollen en springen en vallen en (hopelijk) weer opstaan.

Het sleutelwoord is doseren. Niet gemakkelijk als je naast het werk ook nog een beetje van een leven wil. Gelukkig zet mijn lijf tijdig het licht op rood. Ingenieus mechanisme, die signaalfunctie van het lichaam. Terwijl ik de voortekens van overdrive vroeger koppig negeerde, heb ik daar nu extra voelsprieten voor ontwikkeld. Feitelijk heb ik dat bewustzijn voor wat er vanbinnen gebeurt altijd gehad (beetje van een hypochonder, ja), maar ik probeer er nu de juiste betekenissen aan te geven. Terwijl ik vroeger bij aanslepende vermoeidheid meteen aan CVS of zo dacht, zoek ik het nu eerder in de richting van de hoeveelheid hooi op mijn vork.  En hier komt het lastigste stuk in het verhaal: aanvaarden dat ik moe/verdrietig/angstig/… ben. Behoorlijk nog wat timmerwerk aan de weg naar boven. Maar hé, van waar ik nu sta heb ik ook al een prachtig (voor)uitzicht.

De ontvangst op het werk was hartelijk. Er waren ballonnen en slingers en bloemen en massa’s welkom-terug-mailtjes. De lieverds. Het doet deugd om zo terug te mogen starten. Het lood in de schoenen wordt meteen een pak lichter. Ondertussen zijn we drie weken verder en kan ik zeggen dat het allemaal véél beter meevalt dan verwacht. Ik ben moe, dat wel. En ik heb de concentratie van een goudvis. Maar het gemoed zit goed. Hoera daarvoor.

Muilentrekkers. En ander lekkers.

Gisteren botste ik op een bericht over de snoepjes van onze kindertijd. En snoepjes, daar ken ik wat van. Niet omdat ik zo’n snoeper ben, integendeel. Wel omdat mijn mama vroeger een snoepwinkel had. En net dat is de reden waarop ik niet zo’n snoeper ben. U had het tegendeel verwacht? In een huis vol snoep (we woonden achter de winkel), is uw goesting rap over. Het lag voor het grijpen, in hooooopen. Niets bijzonders aan.

Pas op, in het begin vond ik dat ge-wel-dig leuk. En het is iets waar je bij vrienden vet mee scoort. Natuurlijk heb ik mij wel eens een indigestie gegeten. En ik oefende er mijn jatkunsten (na openingstijd snoepjes uit de winkel stelen, ze in allemaal in mijn mond poefen en dan met een pokerface de woonkamer doorkruisen om in het toilet mijn buit op te knabbelen). Toen ik werd betrapt met meerdere Joris-beertjes in mijn mond – oh, de blik in mijn vader zijn ogen – heb ik het jatten gelaten voor wat het was.

In een puntzakje

Het was zo’n heel gezellig winkeltje, in het centrum van Brugge, met een lekker assortiment aan snoep en candybars. In die tijd kon je met een halve frank nog snoep kopen. De winkel lag in de buurt van een paar scholen, dus het was er voor en na schooltijd altijd goed druk. Je moest de snoepjes opscheppen op een schaaltje, mijn mama telde voor hoeveel je had gekocht en je kreeg alles in een puntzakje mee.

Ik heb alles in de winkel geproefd, maar dit waren mijn favorieten:

PicMonkey Collage1

  • Toverballen. Ik vond ze eigenlijk niet zo heel lekker, maar ik mocht ze niet van mijn mama, omdat ze teveel kleurstoffen bevatten en dat maakte hen extra begeerlijk. Hoe cool was dat jong, uw mond gans blauw!
  • Zure matten. Nog steeds mijn favoriet.
  • Hostiepapier. Niets aan, compleet smakeloos, maar het idee dat je ‘papier’ eet, serieus.
  • De beertjes van Joris. En de muizen en gommetjes.
  • TV-nootjes: hazelnoten met een laagje chocolade. Yummers.
  • Muilentrekkers. Oe, het speeksel loopt al in mijn mond.
  • Oh, en pêchen en pompelmoessnoepjes en guimauve en Bubblicious en Dummy’s en nonnenbillen en kokosrotsjes…

En ken je deze nog?

PicMonkey Collage3

  • De snoepjeslippenstift.
  • De tattookauwgom. Die van Disney had ik het liefst. Niet te vreten, maar dat maakte niet uit, het ging om de tattoo.
  • Tubble gum: kauwgom in een tube.
  • Double dip: een lolly die je in zuur moest dippen.
  • Snoeppoeder: lange buizen met zuur vanbinnen.

Welke snoepjes herinner jij je nog uit je kindertijd? En wat waren/zijn jouw favorieten?

Waarom ik het hardlopen al tien jaar volhoud

Ik ben geen sporter. Een osteopaat vertelde me ooit dat mensen met bloedgroep A van nature niet sportief zijn. Hoewel ik hier geen knijt van geloof, heb ik nu wel een excuus achter de hand als ik geen goesting om mijn gat op te heffen. Als kind ging ik paardrijden, maar dat ging me meer om de paarden dan om het rijden. Ik hield er vooral ook een stevig paar bovenbenen aan over. In mijn studentenjaren deed ik aerobics, maar door een totaal gebrek aan talent voor choreografie én coördinatie gooide ik al snel de handdoek in de ring.

Ik begon met lopen een jaar of elf geleden. Het was erbarmelijk gesteld met mijn conditie, dus schreef ik me in voor de start to run van de KAAG. Het leek me iets voor mij, dat hardlopen. Geen gedoe, er komen geen ballen aan te pas (ik heb een ballenfobie) en je hoeft er geen bijzonder talent voor te hebben. Alleen wat volharding, zo nu en dan, als het katten en honden regent bijvoorbeeld. De voldoening achteraf is heerlijk (net als de warme douche). En zo zijn we ineens tien jaar verder en loop ik nog steeds.

doorweerenwind
Door weer en wind.

Hoe ik dat volhoud als niet-sportieveling? Simpel:

1. Zoek een plekje waar je graag bent en eindeloos je traject kan variëren
Ik ben een natuurmens. Dat is meteen de grootste meerwaarde aan het lopen voor mij, het therapeutische effect dat het op mij heeft. Buiten, tussen de schuifelende vogels en het kriebelende gras ben ik vrij van gedachten.
De KAAG heeft zijn terreinen aan de Blaarmeersen en ik ontwikkelde met de jaren een liefde voor die plek. Als ik de Blaarmeersen binnenrijd maakt mijn hart een vreugdesprongetje. Ik ken het gebied op mijn duimpje en voel me er gelukkig en veilig. Het verveelt nooit, omdat ik afhankelijk van mijn stemming altijd wel het juiste loopje kan verzinnen. Je kan er namelijk eindeloos variëren in lengte en omgeving (bos, water, weg,…).

IMG_20131006_094910
Altijd mooi, mijn Blaarmeersen.

2. Zoek gezelschap
In de club loop ik met een bende heel fijne madammen en meneren. De training heeft iets weg van een theekransje, want wij kwebbelen er op los. Als je babbelt gaat de tijd veel sneller en ben je minder gefocust op het lopen zelf. Voor je het weet heb je tien kilometer in de benen.
Wil je niet in een club, dan is een loopmaatje zeer aan te bevelen. Zelfs als je gezelschap beter geoefend is, kan je samen trainen. Loop samen een toertje dat je aankan en je loopmaatje loopt achteraf nog wat extra kilometers. Héél gezellig zo. Lienweb kan het beamen.
Vind je geen loopmaatje, neem dan je sportiefste nakomeling mee. Myrddin rijdt vaak mee met de fiets als ik loop. Gespreksstof verzekerd en samen sporten versterkt de band.

loopmaatjes
Loopmaatjes, klein en groot.

3. Leg jezelf niets op
Als je net als ik lak hebt aan tijden of afstanden en competitiedrang je compleet vreemd is, leg jezelf dan vooral geen druk op. Ik ben heel lang alleen op zondag gaan lopen. En dat is oké. Ook al hoor je overal dat je minstens twee keer week moet trainen om vooruitgang te boeken. Doe gewoon wat haalbaar en leuk is. En voel je vooral niet schuldig omdat je minder doet dan ‘verwacht’ wordt. Bij mij staat plezier voorop. Ik hou van de buitenlucht en van het positieve effect dat lichaamsbeweging op me heeft. Maar leg me vooral geen doelen op, want dan wordt het van moeten en dan is de lol er geheid af.

Goesting gekregen? Loop ze!

Het beste van 2015

Naar jaarlijkse gewoonte: mijn eindejaarslijstje.

Beste film: Ik kijk steeds minder naar films. Ik lijk er de tijd niet voor te hebben. En als er die er wel is, dan verkies ik een boek of een documentaire. Ik geraak al helemaal niet meer in de cinema, tenzij ik de jongens moet vergezellen. Zo zag ik dit jaar Inside Out; meteen mijn enige bioscoopbezoek van 2015. Heerlijke film mét nawerking. Er leerde hier zowaar eentje praten over zijn gevoelens!

Beste boek: 2015 is het jaar dat ik Paul Auster ontdekte. Ik was ferm onder de indruk van In the country of last things. Nadat ik het had uitgelezen repte ik me naar de bib voor een nieuw boek (Sunset Park) dat me evenzeer beviel. Ondertussen ligt hier ook Orakelnacht klaar, maar dat is voor 2016. Bird Box was het meest geflipte boek dat ik dit jaar onder ogen kreeg en Ian McEwan (De kinderwet) was alweer briljant.

Beste concert: De Adios Tour van de Buena Vista Social Club zal me altijd bijblijven omwille van het aandoenlijke enthousiasme van de 85-jarige Omara Portuondo. Krom van de ouderdom, maar ze waagde zich toch aan een paar danspasjes en ze zong met zo’n aanstekelijk plezier dat ik uren na het concert nog met de glimlach liep.

Beste TV-programma: Bevergem kon me in het begin niet zo boeien, maar de laatste uitzendingen vond ik ontzettend sterk. Goed geacteerd, lekker absurd, heerlijk ontspoorde personages en oooh, dat accent van Wim Willaert!
Momenteel doen we aan Homeland binge watching (Netflix). Het thema (terrorisme) is brandend actueel en Claire Danes’ vertolking van de bipolaire Carrie Mathison is een sterk staaltje acteerkunst. Mijn guilty pleasure: K3 zoekt K3.

Beste invoering: Sedert 1 september zijn de jongens om de dag helpertje. Heerlijk, hulp krijgen in het huishouden: tafel dekken, afruimen, vaatwas vullen/legen en andere kleine taakjes. Het helpertje krijgt ook privileges, zoals eerst bediend worden, vooraan in de auto zitten, de folie van een nieuwe chocopot losmaken J,… In dezelfde categorie (werk uitbesteden) is Hellofresh ook het vermelden waard. We zijn er in september mee gestart en zijn nog steeds tevreden gebruikers.

Beste uitstap: In de Drôme maakten we een uitstapje naar de ruïne van een middeleeuws kasteel op een berg. We parkeerden onze wagen aan de voet van de berg en klommen via een klein bospaadje naar de top. Het was de perfecte combinatie van inspanning (het steile pad omhoog onder een blakende Zuid-Franse zon) en ontspanning (het uitzicht, het samenzijn, de natuur). Het deed me beseffen dat ik diep vanbinnen een natuurmens ben en dus vaker zo’n uitjes op de agenda moet zetten.

Beste herinnering: Stefaan opwachten in de luchthaven na een maand in het buitenland was zonder twijfel het hoogtepunt van 2015. Hem terug in mijn armen kunnen sluiten zorgde voor een ferme piek op de gelukscurve.

Beste koop: een snoerloze steelstofzuiger van Dyson. Het ding hangt in een oplaadstation in onze keuken. Wreed gemakkelijk. Geen zware stofzuigers om me te sleuren, ontzettend wendbaar en ook te gebruiken als kruimeldief.

Hoe ik mij 2015 zal herinneren

2015 was geen topjaar, maar het was natuurlijk niet alleen kommer en kwel. De memorabele zes:

PicMonkey Collage

De zee– Ik hou van de zee. Mijn gedachten verstommen er. Niets leuker dan een leeg hoofd. En zandzoontjes. Ik vind dat we er veel te weinig gaan, terwijl we al bij al op een boogscheut van de kust wonen. Meer zee, voilà, het eerste voornemen voor 2106 is gemaakt.

De Drôme– We hadden weinig verwachtingen van onze vakantie in Frankrijk. De Drôme is immers niet zo populair als vakantiebestemming. Geheel onterecht, want wat een prachtige streek! We verbleven er op een natuurcamping, midden in het groen. Het was er ZALIG. Krekels, kleine bospaadjes, pittoreske dorpjes en verse geitenkaasjes. Parfait pour moi.

Stefaan op zakenreis – Ik was er als de dood voor. Het gedacht hem een maand te moeten missen vond ik ondraaglijk. Dat het uiteindelijk zo’n (leer)rijke periode zou worden, had ik totaal niet verwacht. Ik leerde dat ik Stefaan echt dood-, doodgraag zie. Je kan dat weten, dat je iemand graag ziet, maar nu heb ik het echt gevoeld. Over mezelf leerde ik dat ik mijn mannetje kan staan alleen en dat ik een leuke, lieve en zotte mama ben (idem hier: ik voelde het voor het eerst echt).

Lopen– 2015 was op sportief vlak een topjaar. Hoe meer het stormde in mijn hoofd, hoe vaker ik de benen nam. Doordat ik frequenter ging lopen, verbeterden ook mijn prestaties (snelheid en afstand). Maar nog belangrijker is de helende werking die het lopen op me heeft. Hier schrijf ik zeker nog over.

De zeswijkse– Myrddin Cancellara staat voor het eerst op het podium. In de zeswijkse van Gent behaalt hij de tweede plaats. Een grote dag in de wielercarrière van onze beloftevolle jonge renner (of ballerino of atleet, want het valt af te wachten welke weg hij inslaat).

Dierbaren – Het is zo’n ontzettend cliché, maar vrienden en familie zijn zooooo belangrijk. In tijden van tegenslag des te meer. Als ik terugdenk aan het afgelopen jaar, dan zijn het vooral de hartverwarmende en vaak diepgaande gesprekken met vrienden en familie die me voor de geest komen. Ik ben een pietzak jong, met al die tofferds om me heen.
Love y’all ❤

Een lijstje met doodgewone dingen

Lilith heeft een nieuwe rubriek in de krant en nodigt bloggend Vlaanderen uit hun doodgewone dingen te delen. Mijn lijstje van kleine pleziertjes, aha-erlebnissen en blessings:

  • Myrddin die een mop vertelt. De serieux op zijn gezicht en het lachsalvo dat vaak al voor de pointe komt.
  • De jongens die thuiskomen na een lange schooldag en tegen me opspringen als puppy’s.
  • Hetzelfde zeggen op hetzelfde moment .
  • Het personeelsrestaurant binnenkomen en zien dat ze je favoriete soep serveren.
  • Vreselijke honger hebben. Een broodje met preparé kopen in de Aula. Die eerste hap!
  • Ontbijtbuffetten in hotels.
  • De ovenschotel die je op zondag hebt gemaakt op maandag in de oven schuiven. Telkens weer versteld staan van je eigen voorzienigheid.
  • De verborgen schatten in boekentassen, jas- en broekzakken en koekendoosjes.
  • Als de DJ na een reeks discoliedjes eindelijk een leuk nummer draait. Meteen het juiste ritme vinden en jezelf SYTYCD-waardig achten.
  • Een nieuwe pot choco openmaken zonder dat de folie scheurt of er iets op de rand achterblijft. In diezelfde categorie: de folie van een Chokotoff lospeuteren zonder dat ie scheurt.
  • In één beweging perfect kunnen parkeren in een krap plaatsje. Victorie!
  • De dag dat het nieuwe nummer van je favoriete tijdschrift in de winkel ligt.
  • Onverwachte ontmoetingen in de stad met mensen die je lang niet hebt gezien.
  • Een nieuw boek beginnen.
  • Geld in een apart vakje stoppen in je portefeuille en dat daar maanden later terugvinden.
  • Een bakje frambozen zonder schimmel.
  • De keuken na een grondige poetsbeurt. Een gelukje dat meestal welgeteld een kwartier duurt.
  • Rijsttaartjes.