Elk zijnen zak

Tristan gaat in september naar het eerste leerjaar. Dat kind groeit veel te rap, maar kom, het leert lezen en dat juichen we toe. De grote school, dat is een nieuwe boekentas. Liefst één die efkes meegaat, zonder dat ik er een fortuin moet voor neertellen. En omdat mijn oog ook wat wil: zonder smurfen, mannen met maskers of boze vogels. Ik zeg u, dat laatste criterium maakt de zoektocht er niet makkelijker op.

Het werd een Tann’s, op aanraden van mijn schoonzus, zelf juf in het eerste. Twee vakken, stevige riemen en rug, een 38 centimeter. Tristan koos het kleur en het werd een rode.

tanns_classic2013_cartable38cm_rouge_1

Na de nodige aanwinsten, komen de nutteloze aankopen (aldus de wederhelft). Ik ga al twee jaar met een rommelbak de deur uit, een goedkope denim tas van de Hema. ’t Is altijd lang zoeken en scharten naar wat je nodig hebt. De tas heeft zijn dienst meer dan bewezen; ik zie hem graag, maar hij is onhandig en versleten. Tijd voor iets nieuws! Ik deed inspiratie op bij mijn hippe collega en op het web. Ik ontdekte Aunts and uncles, helegans mijn smaak. In Gent zijn er niet veel winkels die ze verkopen, maar ik vond mijn Miss Applepie hier.

1098530_10151613063957462_454109868_nNa de euforie van de aankoop volgde het oreren van de wederhelft. Over slaaf zijn van de consumptiemaatschappij en over het opleggen van budgetten. Ik kreeg zowaar een schuldgevoel. En ik vroeg mij af: wat valt er binnen de grenzen van het fatsoen? Ik ging nadenken over dat budget. Geen slecht idee, vind ik. Het voorkomt dat je gaat overdrijven met traktaties voor jezelf. Nu is de vraag: hoeveel bedraagt een jaarbudget voor kledij, schoenen en andere persoonlijke uitgaven (lees: boeken, cosmetica, prulletjes allerhande)? Ik ga achter mijn telraam zitten en kom hierover zeker nog terug. Bewuster consumeren, ik ben voor. Met een beetje marge om te spelen dan toch 😉

Nike vangt ze.

Ik moet daarvan zuchten, van de tijd die zo meedogenloos voorbij zoeft. Ik heb net mijn eerste après-les-vacances werkweek achter de rug en ik kan nu met zekerheid stellen dat het vliegen van de tijd recht evenredig is met het aantikken van de levensjaren. Ik zou hem willen vangen in mijn hand, de tijd. Zoals je met een klein vogeltje doet. En dan even vasthouden om alles goed te bekijken, een aardig woordje te zeggen, een kopje te aaien. En dan weer los.

Duizend en één momenten wil ik vangen. Deze week alleen al. Neem een zoon en ge kunt uw geluk niet meer op. Neem er twee en ge zwemt in de plezantigheid:

  • Myrddin die, borst vooruit, plechtig zijn naam declameert aan de inschrijfbalie van het sportkamp.
  • Tristan die het kamp prijst, want: ‘Mama, ik kan hier met iedereen echt heel goed praten. Ik heb hier echte vrienden.’
  • Schattige vertelsels, genre ‘op het gemakkeltje’ of ‘poepje uitschudden’ (= beentjes strekken).
  • Bezwete kopjes die omhoogschieten uit hun warme nest van kussens en knuffels, blote bovenlijfjes die druk in de weer zijn met tuinslangen en gieters, plakkerige nekjes na een dag sporten.
  • Piraterij in den hof.
  • piraterij

En is nóg zoveel meer. Mijn hoveke op orde zetten bijvoorbeeld. Radijzen en kruiden lukken aardig. Met de aardbeien ben ik aan het experimenteren. En mijn tomatenplant is aan ’t schieten nienormaal. Al heb ik nog veel te leren over moestuinieren. Volgend jaar het echte werk met grote bakken en zo. Maar misschien toch eerst in de leer gaan bij een grootmeester zoals Polly.

Verder: versche borelingskes besnuffelen, wegzakken in de tuinloungezetels van vriendjes, pakjes in ontvangst nemen, nieuwe buurtbewoners/nonkeltjes verwelkomen, op-den-bots-ontmoetingen.

Oooh, ik ♥ de kleine dingen.

Dag kleuterklas!

Gisteren nog liep hij hand in hand met zijn maatje Janne langs de Leie naar zijn nieuwe school. Zo lijkt het althans, dat het gisteren was. Tristans eerste schooldag zit nog zo vers in mijn geheugen dat ik maar niet kan geloven dat hij vrijdag de deuren van de kleuterschool voorgoed achter zich dichttrekt. In september neemt hij plaats achter een schoolbankje en gaat hij letters hakken en plakken en klikklakken, komt hij weer een stapje dichter bij de grotemensenwereld en komen er antwoorden, maar ongetwijfeld ook meer vragen in dat nieuwsgierige, immer zoekende jongenskopje van hem.

Afgelopen vrijdag was er een plechtig moment als afscheid van de kleuterklas. De muziek stond nog maar op en ik schoot al vol. Ik had Tristan nog niet eens gezien. Het minste dat je kan zeggen is dat ik zwaar onder de indruk was. Van de goed voorbereide dansjes, van de ‘diploma-overhandiging’, van de inzet van de juffen, maar bovenal van Tristan. Hij was zo flink en leek zo groot en rijp. Ik zwol van trots. Mijn hart sprong bijna uit mijn fiere borst. Harteklop², jawel!

Ach Tristan, mijn boefje, wat ben je een geweldige zoon.

IMG_5076

 

 

Kamptranen

Pasen 2013. We rijden naar Buggenhout alwaar Tristan zijn ‘kamp’ zal opslaan met de andere bevertjes van het reigernest. Op de grote slaapzaal kiest hij een bed in de nabijheid van zijn vriendinnen (hoezee voor de gemengde slaapzalen!). Het hoeslaken wordt strak gespannen, de slaapzak uitgerold en het kussen opgeschud. Onder het hoofdkussen zit een klein overlevingspakket verborgen: een zaklamp, een knuffel en een fotoboek met plaatjes van de thuisblijvers.

Geen tranen, geen aarzeling, geen protest. Na het uittesten van zijn kampsponde, huppelt een dappere Tristan gezwind de trappen af. Hij neemt een glaasje rum (= appelsap) en zoekt een plekje aan de grote tafel voor zichzelf en zijn twee scheepsmaatjes. Dat het kampthema piraten is, blijkt een serieuze boost voor het enthousiasme. De ouders worden door de dienstdoende leiding kordaat het lokaal uitgekuist. En daar staan we dan aan de deur, een beetje wezenloos voor ons uit te staren. Hophop, naar huis dan maar. Het is vreemd om Tristan achter te laten bij onbekenden, maar ik voel geen bezorgdheid. Of gemis.

Maar dan komt de nacht. Bij nachte razen de doemgedachten en gaan de gevoelens gisten en stinken. Dan stel ik me Tristan voor, ‘alleen’ in zijn bed, ‘ver’ van huis, blootgesteld aan allerlei ‘gevaren’. Dan prikt het gemis en woekert de ongerustheid. Dan ween ik, ja.

Natuurlijk is zo’n kamp goed voor zijn zelfredzaamheid en wat het ook moge zijn waar hij groot en sterk van wordt. Maar loslaten is soms toch zo verdomd lastig. En het kind is nog maar vijf. Dat belooft voor de toekomst.

Habemus paashaas

Deze morgen aan de ontbijttafel: een lesje actualiteit voor vijfjarigen.

Er is een nieuwe paus.
Een nieuwe pauw?
Neen, een paussss.
Wat is dat, een paus?
Dat is de baas van alle kerken.
En is dat een mens of een paashaas?