Burn-out en depressie, de pers staat er vol van. Over angst lees je zelden iets. Af en toe staat er een dapper individu op, maar meestal is het heel erg stil rond dit onderwerp. Angst is een stille compagnon, maar een venijnige. Angst put uit én daagt uit. Het kreeg me op de knieën, maar prikkelt me ook om mijn grenzen te verleggen. Al drieëntwintig jaar lang.
Stress? Ik?
Het begon toen ik een jaar of vijftien was. Mijn lief en ik gingen in de bioscoop naar Scream kijken. Ik hou niet van horror, maar voor de prille liefde doet men veel. Tijdens de reclame voelde ik mij al ongemakkelijk. Zweten, mijn hart dat een beetje trilde. Anticipatie op de gruwel die komen zal, dacht ik nog. Maar toen de film nog geen 10 minuten bezig was, moest ik de zaal uitvluchten. Misselijk, flauwvallerig, beverig; nooit eerder had ik me zo vreemd gevoeld. ‘Mietje!’ riep iemand die dacht dat ik de spanning niet aankon. Alsof ik me niet al slecht genoeg voelde. Het zal de spanning zijn, troostte ik mezelf. Want eenmaal in de hal kon ik weer ademen en keerde de rust in mijn lijf langzaam terug. Achteraf bleek dit de eerste van duizenden angstaanvallen die zouden volgen. Ik onderging een reeks medische onderzoeken om een lichamelijke oorzaak uit te sluiten. Stress, klonk het verdict. Ik weet nog dat ik er verslagen bij zat. Ik was vijftien en wist begot niet wat me in hemelsnaam stress kon bezorgen. Ik had toch een fijn leven? Veel vrienden, een lief dat me aanbad, een warm gezin en een leuke school?

Beuzakken
Fast forward naar ruim twintig jaar later. Ze zijn er nog steeds, de angsten. Er zijn al heel wat –peuten en -logen gepasseerd. Ik heb up en downs, maar het blijft een intens leven, want er zijn weinig dagen dat ik me echt goed voel. Altijd loeren de angsten om het hoekje, de beuzakken. Soms hoef ik maar te denken: ‘oh, wat voel ik me goed’ en djoef, ze verkopen mij een uppercut. Het is een hardnekkig iets om vanaf te komen. Maar ook de diagnose blijkt niet eenvoudig te stellen. Twintig jaar therapie en niemand heeft ooit kunnen benoemen wat het probleem precies was, want de symptomen zijn divers. Altijd weer draagt angst een ander jasje. Onlangs sloeg een gedragstherapeut eindelijk de nagel op de kop: agorafobie (angst om de angst) en sociale angst.
Bang van alles
Ik ben van alles bang. Van ziek worden. Van flauwvallen waar anderen bij zijn. Van overgeven. Van allerlei leuke dingen op plekken waar mensen zijn: uit eten gaan, de bioscoop, concerten, festivals, etentjes bij vrienden en familie, de trein, de bus, het vliegtuig, loopwedstrijden,… De lijst is lang. Een etentje met vrienden bijvoorbeeld. Weken op voorhand krijg ik het al benauwd. Anticipatieangst. Alle rampscenario’s passeren in dat piekerkopje van mij. “Wat als ik moet overgeven? Wat gaan de mensen van me denken? Wat als ik mijn bord niet leeg krijg? Wat als ik niet weg kan? Wat moet ik zeggen? …” Duizend irrationele vragen die een toxische werking hebben op mijn gemoed en gestel. Het hoogtepunt is de paniekaanval die me tijdens het etentje overvalt, de uitbarsting van al die opgekropte angst. Ik word misselijk, duizelig, beverig. Dat bezorgt me op zijn beurt weer de piepers. De cirkel is rond. Héél vermoeiend, I tell you.

Middelvinger
Angst is naast de rotzak die mij het leven zuur maakt, ook de uitdager die mij telkens weer uit mijn comfortzone haalt. Ik behoed me voor vermijdingsgedrag. Ik doe alles wat een ‘normaal’ mens doet, ook al boezemt het me ontzettend veel angst in. Staat er een reis gepland, dan doe ik het in mijn broek van de schrik. Maar het is wel een unieke gelegenheid om mijn middelvinger op te steken naar mijn angsten. Ik laat mijn leven er niet door beheersen. Altijd dat vechten, daar word je moe van. Het wordt me meer dan eens te kwaad. Gelukkig kan ik terecht bij een schat van een psychiater en een kei van een gedragstherapeut.
Help!
Professionele hulp was/is in mijn geval onontbeerlijk. Alleen bleek het een heuse opdracht om eindelijk bij de juiste therapeuten terecht te komen. Twintig jaar psychotherapie voor een correcte diagnose. Ik kan u verzekeren dat ik met al die honoraria al lang een wereldreis had kunnen maken. Goede hulpverlening voor mij heeft niet alleen te maken met een persoonlijke klik, maar ook met expertise. Het is dat laatste waar het de meerderheid van de keren schortte. Waarmee ik niet wil beweren dat ik geen deskundige hulpverleners had, maar ze moeten gewoon eerder durven toegeven dat mijn probleem niet tot hun vakgebied behoort. En dan heb ik het nog niet over de financiële gevolgen, want psychische hulp is duur en wordt in veel gevallen niet terugbetaald. Breek mij daarover de bek niet open, want dat is een schandelijk iets.

Een pilletje voor de geest
Over het nut van medicatie bij angststoornissen is er discussie. Verergert het de zaak of reikt het je de ladder om uit de put te kruipen? Elk geval is uniek natuurlijk en je moet vooral goed luisteren naar jezelf en je therapeut, maar ik heb dankzij medicatie terug een leven. Ook hier is het, net zoals bij de zoektocht naar een therapeut, kwestie van de goede match. Het heeft me moeite gekost om mijn weerstand te overwinnen (angst voor medicatie, hahaha), maar nu ben ik zwaar fan van dat kleine, witte pilletje dat van elke dag een goede dag maakt. Ik heb ook vertrouwen dat ik het ooit weer zonder medicatie kan, maar nu nog even niet. Alles op zijn tijd.
Angsthazen, sta op!
Ik en al mijn collega-angsthazen zijn uiterlijk perfect normale mensen, maar vanbinnen zit een bang hart dat ons het leven knap zuur kan maken. Al die lasten dragen we vaak zelf, omdat schaamte ons weerhoudt er open over te praten. Want – en dat vinden wij zelf ook – het is een beetje gek en onbegrijpelijk, dat angstig zijn. Dus kom, laat ons het taboe tackelen! Ik schreef er hier al over. En hier. Angst mag ook wel eens in de pers. Het kan ons alleen maar begrip en erkenning opleveren.